Geschiedenis Noordgouwe Schuddebeurs
Van zeearm naar polder
“Noordgouwe, een van de jongste dorpen van Schouwen-Duiveland, heeft haar naam te danken aan een vroegere zeearm, de Gouwe geheten. Deze scheidde Schouwen van het eiland Dreischor in het noorden en van het eiland Duiveland in het zuiden.
-Rond 1300 was Zierikzee belegerd door de Vlamingen die via de Gouwe Zierikzee in haar greep konden houden. Maar de poorters van Zierikzee zaten niet stil in het vroeg voorjaar van 1304. Met hulp van buitenaf werden de Vlamingen verdreven. De bevrijding van de stad Zierikzee was groot nieuws in Europa. Tot die tijd was de Gouwe nog goed bevaarbaar, maar later verzandde het water, reden waarom Jan van Châtillon, graaf van Blois en heer van Dreischor, de zandplaten en slikken in 1374 ter bedijking uitgaf aan zijn rentmeester in Zierikzee, Willem de Hont Wittelenz., die meteen met de landaanwinning begon. Daarmee waren behalve grote investeringen ook veel arbeidskrachten gemoeid. Om deze enigszins te kunnen huisvesten, moest er een dorp worden gesticht, waar het werkvolk niet alleen kon overnachten, maar ook aan voedsel en andere levensbehoeften kon komen en zijn godsdienstplichten kon vervullen.
-De polder van Noordgouwe was geboren en wordt in het westen begrensd door de polder Schouwen. Daar, in het zuidwesten ligt het Poortambacht, het rechtsgebied van Zierikzee en in het noordoosten ligt de polder van Dreischor. Lange tijd werd er tussen de stad Zierikzee en Dreischor getwist over de vraag wie de hogere rechtsmacht had in de nieuwe polder. Deze strijd werd uiteindelijk beslecht door het noordoostelijk deel, waaronder het dorp zelf, aan Dreischor toe te delen en het zuidwestelijk deel, waaronder het tegenwoordige Schuddebeurs, aan Zierikzee.
In de bossen ten zuidoosten van Noordgouwe verrees in 1434 een Kartuizer klooster, dat naar de berg Sion werd genoemd.
-In Schuddebeurs werden later buitenverblijven gebouwd voor rijke bestuurders uit Zierikzee. Enkele hiervan bestaan nog steeds en hebben namen als ‘Mon Plaisir’, ‘Heesterlust’, ‘Welgelegen’ en ‘Bleykzicht’.
Rond 1660 was de teelt van de meekrab plant een belangrijke bron van inkomsten. Uit de wortel van de meekrapplant werd de rode kleurstof alizarine gewonnen. De wortels van de meekrap moesten nog een hele bewerking ondergaan voordat ze de rode verfstof opleverden. Dat gebeurde in een meestoof. Die kleurstof werd gebruikt voor het verven van wol, katoen, zijde en leer. Eind zeventiende eeuw was de Engelse textielnijverheid de belangrijkste afnemer en was Zeeland veruit de belangrijkste leverancier van de Republiek. In 1826 kwam de teelt van meekrap onder druk te staan door de uitvinding van garancine, een verbeterd meekrap preparaat.
(bronnen: D.M. Schorer, 2012 en H. Uil, 2021 https://www.plaatsengids.nl/noordgouwe)